Tussen hoop en vrees
De organisaties die bij het webinar aan tafel zitten bevestigen de onzekerheid onder hun achterban. Hoe mobiliseer je die achterban?
“Ik strijd elke dag voor de hoop op de toekomst,” zegt Dieuwertje Wallaart, voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging (JKB). “Zelf krijg ik geen jeuk van ‘klimaat’ of ‘CO2’, maar voor veel mensen is het ‘ver van je bed’ en een hoop gedoe. En al die rapporten over het klimaat zijn niet hoopvol, dus waar doen we het voor? Het is best ingewikkeld. Wij kijken vanuit Den Haag en de cijfers, een jonge boer ziet de praktijk op het erf. Maar als we dat geluid niet horen, stopt het gesprek. In onze campagnes proberen we concreet te zijn. Het gaat om de acties die we kunnen ondernemen.”
Jonge boeren en MBO-studenten hebben inderdaad nogal een ander perspectief op klimaatmaatregelen, zo bevestigen hun vertegenwoordigers. “Voor jonge boeren is het blikveld behoorlijk troebel,” zegt Teun van den Brand namens Stichting Trotse Jonge Boeren. “De ene regel is nog niet opgelegd of de andere volgt, vaak onder het mom van duurzaamheid en klimaat. Jonge boeren ondersteunen de doelen breed, Ze willen echt verduurzamen, maar willen wel weten waar ze aan beginnen. We willen een boterham, de nuance, en dat wordt vaak niet gehoord. Maatschappij en politiek kijken er zelfs op neer.”
Daar heeft Efe Boray, vicevoorzitter van belangenclub JOBmbo, al helemaal last van. “MBO-studenten hebben het stigma ‘dom’ te zijn. Maar natuur en gezonde lucht gaan ons aan. Klimaat is een gigantisch probleem, en wij moeten dat oplossen? Dat is wel een beetje David tegen Goliath. Ik pleit ervoor dat ook in het basisonderwijs veel meer aandacht komt voor deze onderwerpen, en dan niet alleen in ‘de week van het klimaat’. Want wij willen werken aan tastbare onderwerpen. Dat geeft ook hoop.”
Tussen bestuurstafel en de A12
Steeds weer duikt de overheid op als belangrijke speler in het klimaatvraagstuk. Politieke jongerenorganisaties willen meer actie van het huidige kabinet.
“Het is pappen en nathouden, zo gaan we de doelen van Parijs niet halen,” verwoordt Mauk Bressers van de JOVD het gemiddelde gevoel. “Het is niet doortastend. Gaan we de accijns op benzine verlagen, in plaats van investeren in kernenergie en woningen? En toch denken we dat het kan.”
Het vertrouwen van jongeren ebt weg, constateren ook de collega’s van de jongerenorganisaties van D66 en GroenLinks. Ze willen meer actie, maar de methode verschilt nogal. Minne van der Mast van Dwars (GL) pleit voor de activistische weg: “Daarmee krijgen we het gesprek op gang en nemen het heft in eigen handen. We zijn verdrietig en boos over die kleine kans om ‘Parijs’ nog te halen. Intussen zien we de fossiele subsidies groter worden! Daarom staan we op de A12. Niet om te protesteren tegen individuele burgers of boeren, maar wel tegen die 60 grote bedrijven die 80% van de uitstoot veroorzaken, of tegen de grote agro-industrie die de duurzame boer geen kans geeft.”
Teun van den Brand vindt dat A12-protesten ‘slaan als een tang op een varken’. Ook Manish Jhinkoe-Rai van de Jonge Democraten kiest liever een andere methode: “Wij willen in gesprek, met andere jongeren, aan de bestuurstafel. Maar wel met duidelijke randvoorwaarden, eerlijk zijn over de gevolgen en de kosten.”
Alle jongerenorganisaties vinden wel dat zij een grotere impact kunnen hebben als ze gezamenlijk optreden. Maar tijdens het webinar en daarna speelde nog wel de vraag: hoe breng je die verschillende politieke, abstracte en concrete perspectieven bij elkaar? Op bestuurlijk niveau gebeurt er wel het een en ander, volgens Jhinkoe-Rai: “Wij hebben best veel contact met andere organisaties, zoals de Jonge Klimaatbeweging of jonge boeren.”
Maar dat vindt Efe Boray van JOBmbo niet genoeg: “Betrek ons erbij, vraag ons aan tafel. Ik zou graag een quotum van MBO’ers in de politiek zien. Dus ook in de politieke jongerenorganisaties.”
Een politiek jongeren event op het erf van een van de Trotse Jonge Boeren? Teun van den Brand staat ervoor open. Hij wil graag laten zien dat jonge boeren volop met verduurzaming bezig zijn, maar dit bij andere groepen jongeren nog niet gezien en begrepen wordt.