Online talkshow: 'Geen energiearmoede meer in 2035'

01-07-2025

Verduurzaming kan de leefbaarheid in wijken verbeteren en bestaanszekerheid vergroten. Het leidt structureel tot minder energiearmoede. Achter deze conclusies op papier gaat wel een taaie werkelijk schuil om het ook echt te realiseren, zo bleek in de uitzending Bestaanszekerheid in buurt.

Aanleiding voor deze online talkshow is het vijfde signalenrapport 'Bestaanszekerheid in de Buurt'. Bij het opstellen van dat rapport is het NKP tal van mooie voorbeelden en initiatieven tegengekomen die laten zien hoe gemeenten en maatschappelijke initiatieven bijdragen aan veerkrachtige wijken en weerbare mensen. Lees hier meer over het signalenrapport.

 

Geen energiearmoede meer in 2035

Voor Tanja de Jonge is het vanzelfsprekend dat er veel overlap is tussen energietransitie en sociale transitie – de aanpak van hardnekkige armoede en alles wat daarbij komt kijken. De Jonge is GroenLinks-wethouder in Dordrecht en verantwoordelijk voor klimaat-, energie- en milieubeleid. ‘Gesprekken over onbetaalbare energierekeningen zijn voor de gemeente een haakje voor gesprekken over meerdere aspecten van armoede. Die gesprekken voeren we vaak niet zelf. In wijken met een hoge energierekening, is het vertrouwen in de overheid vaak laag; mensen hebben veel teleurstellende ervaringen met de overheid. De gemeente wordt vaak niet als een betrouwbare afzender gezien.’

Dordrecht schuift daarom Energiehulp naar voren. Zij hebben tot op heden zevenduizend huishoudens kunnen helpen met kleine energiebesparende maatregelen. De Jonge: ‘We willen energiehulp ook inzetten voor grotere energiebesparingsmaatregelen. Om bij de bewoners echt meters te kunnen maken met isolatie en andere energiebesparing. Daarvoor is een langjarige aanpak nodig. Maar we missen zekerheid vanuit het Rijk qua financiering. Er is op dit moment helemaal geen duidelijkheid of er rijksgeld voor is.'

Langjarig beleid essentieel

Koen Straver, onderzoeker bij TNO, ziet dat veel gemeentes last hebben van de huidige ad-hoc financiering. Met de zogeheten SPUC-gelden hebben gemeentes netwerken kunnen opzetten om burgers te ondersteunen. Maar die SPUC-gelden stoppen volgend jaar. Dan kunnen ze geen energiecoaches of opbouwerkers meer inhuren. ‘Er gaan echt gaten vallen.’

Straver vindt net als De Jonge langjarig beleid essentieel. ‘Eigenlijk zou de politiek, landelijk en lokaal, moeten durven zeggen dat er in 2035 geen energiearmoede meer is. Dan  kan je daar op sturen. De benodigde data hebben we. Daarmee kunnen we bijvoorbeeld lage inkomens in lage-labelwoningen als eerste helpen.’

Onnodig veel bureaucratie

Volgens Albert Jan Kruiter van IPW Klimaatwerk zijn er in de afgelopen jaren steeds meer bijvoeglijke naamwoorden geplaatst voor armoede. Energiearmoede is er daar één van. ‘Voor al die vormen van armoede zijn er regels. En meer dan tien organisaties en net zo veel potjes met geld om aan die specifieke vorm van armoede iets te doen.’ Volgens Kruiter ziet dat dat tot onnodig veel bureaucratie .

IPW probeert bureaucratische knelpunten te doorbreken. Hij wil armoedebeleid minder persoonsgericht en meer wijkgericht maken, net als de energietransitie. Concreet gaat het dan om de manier waarop we geld in potjes hebben gestopt. De investering moet nu vaak op een andere plek gedaan worden dan waar de winst zit. Het wrong-pocketprincipe. Een energiecoöperatie investeert in isolatie, maar vooral de zorgverzekeraar profiteert doordat mensen in beter geïsoleerde woningen minder vaak ziek zijn.

Het is de kunst om een manier te vinden waarop het zorgdomein betrokken kan worden bij de energietransitie. In Groot-Brittannië kan huisarts verduurzaming van de woning als recept voorschrijven. Vijftig/zestig jaar geleden legden we de woon- en zorgvoorziening bij één partij. Dat zouden we ook moeten doen voor de energietransitie.

 

Fors minder medicijnen door isolatie

Dat verduurzaming en leefbaarheid in de wijken nauw samenhangen, wordt het meest duidelijk uit het TNO-rapport dat deze week verschijnt. Koen Straver, onderzoeker bij TNO, deelde alvast wat cijfers uit dat rapport, gebaseerd op interdepartementaal onderzoek. ‘Minder energiearmoede betekent minder medicatie. Een beter geïsoleerd huis kan leiden tot 30 à 40 procent minder medicijnen. Veel kinderen hebben nu astma omdat ze in vochtige, beschimmelde woningen wonen. Gezondere kinderen lopen ook minder leerachterstand op.’

Met de inzet van energiecoaches is volgens Straver nog meer te besparen. Maar liefst 70 procent van de zorgkosten. Zo blijkt allemaal uit de data die TNO heeft verzameld. Inzoomend op één wijk: in Heerlen-Noord kunnen tientallen miljoenen euro’s aan zorgkosten worden uitgespaard als de woningen beter worden geïsoleerd.

TNO doet al langer onderzoek naar energiearmoede. De meeste mensen met energiearmoede wonen in de stedelijke NPLV-wijken. In het buitengebied zijn er minder mensen met energiearmoede, maar voor hen geldt wel dat het probleem hardnekkiger is.

 

Talent wijkbewoners benutten bij verduurzaming

In de wijk Geitenkamp in Arnhem mobiliseert Kumar Poot van Stichting Enjoy & Learn wijkbewoners voor de energietransitie en andere aspecten van vergroening. Het buurtklusbedrijf heeft bijvoorbeeld drie vrouwelijke hoveniers opgeleid. Die zijn nu bezig de wijk te vergroenen en mensen te helpen met hun tuinen. Ze hebben de gemeentelijke plantsoenendienst nauwelijks meer nodig.

Er is veel talent in de wijk aanwezig waar we gebruik van proberen te maken. In onze wijk wonen vooral veel handige praktijkmensen die woningen kunnen verduurzamen.

Kumar Poot, stichting Enjoy & Learn

Poot ziet door de grote saamhorigheid van zijn wijk ontzettend veel mogelijkheden. Probleem is volgens hem echter de financiering. Die is altijd kortlopend. Hij is erg veel tijd kwijt aan subsidies aanvragen en daarover verantwoording afleggen.

Met een langjarig ontwikkelbudget, wijkbreed in te zetten, zouden we veel sneller vooruit komen. 

Kumar Poot, Stichting Enjoy & Learn

 

Bewoners steunen bij taaie processen

Opbouwwerkers krijgen steeds meer te maken met de energietransitie. En ze kunnen daar ook een rol in spelen, zegt Sylvia de Goede van Krachtproef.

We kennen de mensen om wie het gaat en hun leefwereld. Wij kunnen bewoners steunen bij taaie processen, bij het zoeken naar informatie en bij het krijgen van de regie. Dat maakt het voor hen makkelijker, zoals ook bepleit in het Signalenrapport.

Sylvia de Goede, Krachtproef

De kern van het opbouwwerk is gemeenschappen verstevigen zodat deze sterker staan bij ingewikkelde problemen. Bewoners moeten in de energietransitie geactiveerd worden. In veel wijken gebeurt er op dat vlak nog niets. De Goede ondersteunt bewoners die met buurtinitiatieven aan de slag willen. 'In Amsterdam-zuidoost zijn we erin geslaagd stapsgewijs bewoners te betrekken bij een verduurzamingstraject. Op allerlei onderdelen worden mensen nu actief. Onlangs was er een bewonersbijeenkomst met 70 mensen, dat is 10 procent van bewoners die het aangaat. Dit is dus veel.’

Volgens De Goede is de hang groot om lokaal geslaagde initiatieven op te schalen naar andere plekken in het land. ‘De effectiviteit daarvan is echter beperkt. Er is juist een lokaal netwerk nodig. Dat is vraagt maatwerk.’

Kwetsbare doelgroep vaak te laat voor regelingen

Energiebank Nederland heeft in de loop van de jaren een flink lokaal vrijwilligersnetwerk van energiezelfhulporganisaties opgebouwd. ‘Met dat netwerk lukt het om mensen te bereiken die knel zitten met de energierekening. In Arnhem bijvoorbeeld hebben we 6000 huishoudens aan een lagere energierekening geholpen.’ Marieke Vollering van de Energiebank heeft in de loop van de jaren geleerd wat werkt, en wat niet werkt. Zo voert de Energiebank een eigen logo.

Een gemeentelogo zou niet werken, vanwege het wantrouwen naar de gemeente. We werken dus nooit voor de gemeente. Wel met de gemeente. 

Marieke Vollering, Energiebank Nederland

Het netwerk van de Energiebank is de komende jaren met de warmtetransitie ‘snoeihard nodig’. Vollering: ‘We hebben troepen nodig die gaan aanbellen bij de mensen.’ Met kleine maatregelen en een beetje gedragsverandering is de energierekening vaak al met 25 tot 30 procent terug te brengen. Nog veel belangrijker is dat er juist in de kwetsbare doelgroep ondergebruik is van bestaande verduurzamings- en besparingsregelingen. Het kost deze groep meer tijd om de regelingen te benutten. ‘Als wij dan als achterblijvers aankloppen, is de pot al opgebruikt door mondige burgers.'

Voor het werk van de Energiebanken zelf is nog geen goede financiering; ze lobbyen daarvoor in Den Haag.

 

 

 

Afbeeldingen

Online talkshow Bestaanszekerheid in buurten

X (voorheen Twitter)

 

 

Blijf op de hoogte

Geen belangrijke updates missen? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.

Inschrijven

 

 

Cookie-instellingen