11 Tips om de duurzame economie aan te jagen

Hoge energieprijzen, geopolitiek machtsvertoon en handelsoorlogen drukken de Nederlandse en Europese econome in het nauw. Bij duurzame bedrijvigheid ligt de kans voor nieuwe concurrentiekracht. Maar hoe dan? Het webinar ‘Verduurzaming als economische motor' levert elf concrete beleidstips op.

Tafelgasten

  • Wimar Bolhuis, directeur TNO Vector, het centrum voor maatschappelijke innovatie en strategie.
  • Anne-Marie Spierings, directeur Deltalinqs, de ondernemersvereniging van alle haven- en industriebedrijven in Rotterdam.
  • Martin Hoekstra, directeur van installatiebedrijf ST/Warmte, die fors investeerde op basis van het beleid en nu weer moest inkrimpen.
  • Jacob Ruiter, CEO EIT InnoEnergy, investeerder in de energietransitie. 
  • Marco Mensink, Industrievertegenwoordiger in Brussel en actief betrokken bij de Clean Industrial Deal.
  • Marjan Minnesma, directeur Stichting Urgenda (via Zoom)


Fragment uit webinar 'Verduurzaming als economisch motor.
Kijk hier het hele webinar 

Oproepen om het duurzame bedrijfsleven te versterken

In de afgelopen maanden verschenen een paar verschillende pleidooien voor duurzame concurrentiekracht.

  • In september ‘24 publiceerde oud-president van de Europese Bank Mario Draghi zijn visie op ‘The future of European competitiveness’. Hij ziet de beste kansen voor het Europese bedrijfsleven in ‘duurzame concurrentiekracht’. Europa moet daar snel en fors op inzetten.
  • De Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de Europese Unie, kwam eind februari ’25 met de Clean Industrial Deal. Daarin staan maatregelen om via verduurzaming van bestaande en nieuwe industrie de concurrentiepositie van het Europese bedrijfsleven te verbeteren.
  • Begin februari herhaalde de Maatschappelijke Alliantie (werknemers, werkgevers, milieuorganisaties, gemeenten, netbeheerders, het Nationaal Klimaat Platform) haar dringende oproep aan het kabinet: verduurzaming is een noodzaak voor welvaart, bestaanszekerheid en onafhankelijkheid.

1. Wees betrouwbaar en consequent

Te vaak verandert de politiek van koers, tot groot verdriet van ondernemers die hun investeringen zien verdampen bij een nieuw besluit. Neem Martin Hoekstra, directeur van installatiebedrijf ST/Warmte: “Het nieuwe kabinet schrapte de verplichting voor warmtepompen en stopt de salderingsregeling voor zonnepanelen in één keer, zonder overgangsregeling. Nu moet ik fors inkrimpen. Wij hadden veel geïnvesteerd in opleiden en aantrekken van nieuwe mensen en het vergroten van de bedrijfshal. Die mensen ben ik nu weer kwijt. Dat duurt jaren voor ik ze weer terug heb. Ik mis bij de overheid visie op de toekomst. Dat zou ons perspectief geven.”

2. Verlaag de (aansluit)kosten voor elektriciteit

Veel bestaande bedrijven willen wel van het gas af, maar zijn dan afhankelijk van de mogelijkheid om meer gebruik te kunnen maken van duurzaam opgewekte elektriciteit. Vaak hebben ze die mogelijkheid niet, omdat hun elektriciteitsaansluiting niet kan worden uitgebreid en vanwege de hoge kosten voor elektriciteit. Anne-Marie Spierings van Deltalinqs ziet het in de Rotterdamse haven van dichtbij: “De tarieven moeten echt omlaag om voor de komende tien of twintig jaar een gezonde business case te hebben. Nu vertrekken bedrijven, of ze zetten verduurzaming in de ijskast.”

3. Laat het uitgangspunt los dat de markt de transitie wel oplost

Jacob Ruiter, investeerder in groene start ups bij InnoEnergy: “Ik zie geen duidelijke visie bij de overheid. Maar daar begint het mee. Willen we windenergie, opslag, andere duurzame technieken? Spreek dat uit, en daarna is de markt aan zet. Ik ben blij met de Europese Clean Industrial Deal, maar in Nederland houd ik mijn hart vast. Andere landen doen dat beter. Te lang hebben we gedacht dat de markt het wel zelf kan.”

 

 

4. Voer industriepolitiek

Nederlandse industriepolitiek is al sinds de jaren tachtig taboe. Toen investeerde de Nederlandse regering een paar miljard gulden in het bedrijf Rijn Schelde Verolme, dat in 1983 toch failliet ging. Jacob Ruiter: “Dat RSV-spook moeten we nu eindelijk achter ons laten. Het wordt tijd voor groene industriepolitiek.”

5. Wees gretiger

Ook binnen de EU zitten er grote verschillen tussen lidstaten en hun aanpak van het (groene)_ bedrijfsleven. Jacob Ruiter: “Ik mis in Nederland de gretigheid die andere landen zoals Frankrijk wel hebben. Daar kunnen we gemakkelijker investeren in een bedrijf voor groen staal.”

Marco Mensink, vertegenwoordiger van de Europese industrie in Brussel: “Bel ook gewoon eens een bedrijf op. Dat helpt om vestigingen in Nederland te halen of te houden. Zoals Duitsland of België dat ook doen. Die legen vaak de rode loper uit.”

6. Zoek de grenzen van staatssteun op

De tafelgasten op het webinar zijn het roerend eens: Nederland houdt zich altijd keurig aan de regels die de EU stelt aan staatssteun. “Andere landen zoeken de grenzen veel vaker op en vinden het niet erg als ze een keer bestraft worden,” vindt ook Marco Mensink. Hij krijg bijval van de andere tafelgasten, die vrijwel unaniem zeggen: Zoek de grenzen van staatssteun op, en ga er soms ook eens overheen, zeker nu de Clean Industrial Deal de regels voor steun aan groene industrie verruimt. “Maar staatssteun alleen is niet voldoende,” waarschuwt hij.

 

 

7. Ontwikkel een visie op industrie

Welke industrie willen we in Nederland houden, welke nieuwe industrie willen we ontwikkelen? Op het beantwoorden van dit soort vragen ontbreekt het bij de Nederlandse overheid aan visie, vindt men. Al is een unanieme visie ook onder de tafelgasten nog ver te zoeken. Zo wil Marjan Minnesma van Urgenda de zware basis-staal en chemie in Nederland wel kwijt, maar antwoordt Marco Mensink: “Maar die zijn wel nodig voor al die ketens!”

Wimar Bolhuis van TNO beaamt: “Duurzame verandering in de industrie moeten vooral voortkomen uit de bestaande ecosystemen voor kennis, want daarin zijn we al sterk. Steun die. Ik weet dat het ministerie van Economische Zaken nu bezig is met het ontwikkelen van zo’n visie. Wat zijn onze sleuteltechnologieën, welke steun hoort daarbij? Zulke keuzes vereisen een ander soort overheid.”

 

8. Zoek samenwerking in EU

Nederland is natuurlijk maar één speler in de Europese context. Wil Europa een concurrerende wereldmacht blijven, dan is samenwerking tussen lidstaten nodig om te komen tot een verdeling van industriële activiteiten. Jacob Ruiter: “Behandel het ijzererts bijvoorbeeld in Frankrijk en maak er groen staal van in IJmuiden. Of maak de silicium wafers in Finland en produceer de zonnepanelen elders in de EU.” Nederland kan daarin haar eigen sterktes naar voren schuiven, zoals in transport of voedseltechnologie.

 

9. Organiseer de marktvraag 

Een belangrijk deel van de industriepolitiek zou moeten bestaan uit het organiseren van de vraag naar groene producten. Te vaak vallen nu groene bedrijven om omdat de vraag niet stabiel is, zoals recent in de plasticrecycling.

Niet op de laatste plaats zijn overheden zelf een belangrijke klant. Marco Mensink: “Overheden bestellen voor vele miljarden euro’s per jaar. En het is niet zo dat groene producten per se veel duurder moeten zijn. Een IKEA-tafeltje van groen plastic kost een paar cent extra, een groene autobumper één euro extra. Maar de markt heeft dat er nu niet voor over. Verlaag daarom bijvoorbeeld de btw op duurzame productie.”

 

10. Investeer mee, bijvoorbeeld in scale-ups

De overheid stelt nu al wel fondsen beschikbaar voor financiële steun aan duurzame bedrijvigheid, bijvoorbeeld via InvestNL of subsidies. Maar dat kan veel beter. Veel groene concurrentiekracht gaat verloren omdat kleine groene bedrijven er niet in slagen om hun activiteiten op te schalen naar (grote) fabrieksschaal. De overheid kan daarbij een positieve rol spelen. Bolhuis (TNO): “Als de overheid investeert, wordt het voor andere financiers zoals pensioenfondsen ook gemakkelijker om mee te doen.” 

11. ‘Geld voor groen’ is een positieve investering

Geld voor groene bedrijvigheid wordt vaak gezien als kostenpost, maar de positieve uitkomsten zijn belangrijker. “Voor het behoud van mbo-banen,” noemt Anne-Marie Spierings als voorbeeld.  De tafelgasten zien zelfs geen probleem als de overheid extra geld leent voor dit soort investeringen, al vormen begrotingsregels binnen de EU een beperking. “Er is niks vies aan het maken van schulden voor zulke positieve investeringen,” zegt Jacob Ruiter. “Een goede investering levert meer geld op dan je erin steekt.”

 Uit de presentatie:

©: Rapport Draghi/bewerking FD uit artikel Laat Draghi's rapport niet verstoffen, investeer nu in groene technologie

 

 

 

 

Cookie-instellingen