Samen energie besparen met de buren doet de gemiddelde Nederlander liever dan in z’n eentje, zeker als het gaat om maatregelen zoals vloerisolatie of een hybride warmtepomp. Er bestaan al veel buurtinitiatieven, maar succes is niet zeker. Hoe kunnen we met de buurt extra veel energie besparen?
Tafelgasten:
Tochtstrips aanbrengen of ledlampen indraaien doen we wel zelf. Maar de zwaardere—lees duurdere—besparingsmaatregelen nemen we toch liever in de veilige omgeving, samen met de buurt.
Een onderzoek van Ipsos I&O, in opdracht van het Nationaal Klimaat Platform en aanleiding voor het webinar op 25 januari, laat zien dat Nederlanders al veel doen aan energiebesparing in huis. Maar als buren gezamenlijk optrekken kan een groot extra potentieel worden ontsloten. Sterker nog: “Een collectieve aanpak is onmisbaar om energiebesparing in de gebouwde omgeving te versnellen,” schrijft het NKP in de aanbiedingsbrief aan het kabinet.
In een poll bevestigen de bezoekers van het webinar dat ook zij veel zien in de combinatie van individueel initiatief en samenwerking met de buurt. Gedeelde financiële voordelen, gedeelde kennis, gedeelde smart en gedeelde risico’s zijn belangrijke argumenten voor veel Nederlanders om samen te werken met de buren in de straat of het blok. En dan is er ook nog de sociale component.
Het beeld wisselt wel per type bewoner, huurder of eigenaar. De zelfstandige eigenaar/bewoner is wat minder bereid om de buren op te zoeken. Maar veel koopwoningen in Nederland, zoals in flats en appartementen of in boven- en benedenwoningen, zijn al verplicht georganiseerd in ‘Verenigingen van Eigenaren’ (VvE’s), en zullen vaak gezamenlijk maatregelen nemen. Huurders zijn al helemaal tot elkaar veroordeeld om in overleg met hun verhuurders besparende maatregelen voor elkaar te krijgen.
Het onderzoek ontrafelt de beweegredenen van de Nederlandse bespaarder. Het laat zien dat de wil om maatregelen te nemen zoals dakisolatie, zonnepanelen en (hybride) warmtepompen zo’n beetje verdubbelt als dat samen met de buurt kan. “We meten dat 11% van alle Nederlanders individueel helemaal geen actie overweegt, maar dat wel doet wel als het collectief gebeurt,” zegt Peter Kanne van Ipsos I&O. “Als je die pakweg 600.000 woningen ook kan verduurzamen is dat pure winst.” Die winst wordt vooral in de armere wijken behaald.
Marieke Mes over het project om haar hele straat in een keer te verduurzamen
Iedereen ziet dus het grote besparingspotentieel van het buurtcollectief. Daarvan zijn er al honderden, met duizenden deelnemers. Maar waarom zijn het er nog niet miljoenen?
Zelfs als je de hele buurt mee hebt gekregen, moet een buurtinitiatief nog veel obstakels uit de weg ruimen. Luister naar Marieke Mes uit Arnhem, die al drie jaar bezig is om collectief te besparen: “Bij ons in de straat staan 72 woningen uit 1910, zo lek als een mandje, met een enkelsteens muur en enkel glas. Maar verduurzamen is ingewikkeld en er is niet veel geld. Wij zijn dus aangewezen op subsidies. Maar die kan je alleen individueel aanvragen. Door nét iets te hoge WOZ-waardes vallen sommige huizen dan ineens buiten het collectief. We hebben met achttien ambtenaren samen om een ronde tafel gezeten, en zagen veel goede wil. Maar zij krijgen het ook niet voor elkaar.”
“Wij willen graag maatwerk leveren,” zegt Gido ten Dolle, directeur Stadsontwikkeling in Den Bosch. “Maar tegelijk moeten wij gemeentes ons ook houden aan de regels van ‘rechtmatigheid en doelmatigheid’.”
Marieke Mes geeft de moed niet op, zelfs niet met karige resultaten na drie jaar. “Als ik het alleen gedaan had, was ik al klaar geweest. Maar ik wil verder met dit collectief, omdat ik denk dat het vertrouwen in medebewoners groter is dan in de overheid. Het risico is er inderdaad dat mensen afhaken, want ze moeten hun cv vervangen, of hun dak dat lekt. Dus doen we nu een actie in de goede richting, met het waterzijdig inregelen van de cv-installaties. Dat bespaart toch ook zo’n 15%.”
Kennis delen, procesbegeleiding, voorbeeldwerking, en niet te vergeten goede financiering zijn de voorwaarden om de collectieve kracht van wijken en buurten beter te benutten. Hoe kunnen we vooruit?
Het zal de overheid moeite kosten om zich meer te richten op ‘Het Collectief’ in wijken en buurten. “De overheid zal zich moeten aanpassen,” denkt Marleen Stikker, directeur van De Waag Futurelab en vaak bezig met dit soort sociale vraagstukken. “Gemeentes hebben het vaak over ‘participatie’ van bewoners, maar eigenlijk lopen ze achter, want het denken moet andersom. Dus niet denken in termen van de calculerende burger, maar aan de sociale burger, de sociale cohesie en mensen die elkaar tegenkomen.”
Gido Dolle ziet daar wel wat in. “Wij zijn nu met 6 buurtinitiatieven bezig, met in totaal zo’n 240 woningen. Maar we moeten in de gemeente 75.000 woningen van het gas zien af te halen. Het is taai en zorgelijk, maar we zien wel dat we de organisatiekracht in de wijken moeten gaan gebruiken om wijken te verbeteren, niet alleen voor energiebesparing of van het gas af, maar ook voor de riolering en andere aspecten.”
Dat ‘andersom denken’ vindt grote instemming op het webinar, van alle sprekers. De overheid in dienst van de buurt dus, in plaats van de klassieke participatie. Iedereen pleit voor grotere speelruimte voor collectieve initiatieven, ondersteuning, ontschotten van budgetten bij gemeentes om bijvoorbeeld riolering en warmtevoorziening tegelijk aan te pakken, en uitwisseling van lessen uit goede (en slechte) voorbeelden, zoals bij LSA bewoners. Consequent overheidsbeleid helpt ook. Marieke Mes wil vooral gehoord worden: “Laat ons meedenken, bijvoorbeeld bij subsidies. Want onze adviezen zijn soms beter dan die van adviesbureaus. We weten het gewoon beter!”
Nieuws Activiteiten Webinars Klimaatkennis Publicaties Over ons Contact
Geen belangrijke updates missen? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.
Inschrijven
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.