Het publieke landbouwdebat is gepolariseerd. Toch hebben de tegenover elkaar staande partijen meer gemeen dan ze wellicht zelf vermoeden. Een analyse van vijftien voedselvisies over de toekomst van landbouw en voeding vond juist veel eensgezindheid over een aantal noodzakelijke veranderingen.
Bij Kees Vendrik, voorzitter van het Nationaal Klimaat Platform, schoven de volgende gasten aan:
Op veel plekken in de samenleving wordt nagedacht over hoe het verder moet met landbouw en voeding in Nederland. De analyse Wat we gemeen hebben van Imke de Boer, hoogleraar Dieren & Duurzame Voedselsystemen en Kawire Gosselink, vergelijkt daarin vijftien visies. Het gaat om visies opgesteld door zeer uiteenlopende organisaties: belangenorganisaties voor landbouw en tuinbouw, toeleverende bedrijven, ngo’s, overheden en een financiële instelling.
Veel thema’s binnen de toekomstige inrichting van ons voedselsysteem komen terug in alle vijftien de visies. De noodzaak voor verandering wordt breed gedeeld. Alle organisaties streven naar een gezonde bodem, schone lucht, zorgvuldig omgaan met hulpbronnen, het gebruik van zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen en kunstmest, en het gebruik van dierlijke mest in de regio. Ook vindt iedereen dat de boeren en andere partijen in de keten een goede boterham moeten kunnen verdienen. Het betalen voor blauwe en groene diensten kan daarin een belangrijke rol spelen, vinden veel partijen.
Sommige visies zijn breder dan andere. Die spreken zich ook uit over een dierwaardige veehouderij, de aanpak van voedselverspilling, de betaalbaarheid van gezond en duurzaam eten, en het eten van meer plantaardig eten.
Food Hub is de initiatiefnemer van Wat we met elkaar gemeen hebben. Deze organisatie heeft als doel de landbouwtransitie te versnellen. Met onderzoek en advies, en door partijen bij elkaar te brengen. Joris Lohman: ‘We bevechten elkaar op de verkeerde onderwerpen.
Het is belangrijker om de gemene deler te bepalen en deze neer te leggen bij de politiek.
Sommige politieke partijen hebben juist baat bij het uitvergroten van de verschillen.’
Imke de Boer herkent dat. Volgens haar wil iedereen zich profileren vanuit het perspectief van zijn of haar organisatie. ‘Te vaak blijven partijen hameren op hun eigen punt. Juist daarom is het belangrijk te constateren dat er zo veel overeenkomsten zijn. De volgende stap is dat die overeenkomsten worden erkend en publiekelijk worden uitgesproken. Dat is belangrijk voor de weg naar voren.
Een mooie vervolgstap is dat de betrokken organisaties de punten waarover ze het eens zijn op één blaadje zetten, en zich daar publiekelijk achter scharen. Ga vervolgens samen in gesprek over de weg ernaar toe.
Ook de bevindingen uit het Urgenda-rapport Land in Zicht kunnen helpen bij het vervolg op het onderzoek van De Boer. Land in Zicht gaat in op ruimtegebruik. Er is uitgerekend wat er nodig is om alle Nederlanders een gezond dieet te geven, met een landbouwsysteem dat gezond is voor dieren, dat meer ruimte biedt voor natuur, en tegelijk ruimte maakt voor honderdduizend nieuwe woningen. Hanneke van Ormondt van Urgenda benadrukt dat de visie geen blauwdruk is. ‘Het biedt de basis om het gesprek te voeren. We hebben met het zogeheten agrofood-distributiemodel in de hand één scenario laten doorrekenen. En daarbij gekeken naar hoeveel grond en geld dat kost. Dat scenario stelt onder meer een deel van de landbouwgrond beschikbaar voor hagen. Boeren worden gecompenseerd voor de lagere opbrengst met duizend euro per jaar, en dat tien jaar lang. ‘Het is een manier om consistent door te denken wat wél kan.’
Boeren hebben het gevoel dat alles op hun bordje ligt.
Ormondt benadrukt dat het uitwerken van dit soort scenario’s niet alleen een opdracht is voor de landbouw. ‘Boeren hebben het gevoel dat alles op hun bordje ligt. Ook overheden moeten hun rol nemen. En dan niet alleen het ministerie van Landbouw. Net als supermarkten. Bij de gevoerde gesprekken toonden boeren veel interesse. Dat is omdat we een oplossing bieden.’
‘Stikstofprofessor’ Jan Willem Erisman, hoogleraar milieu en duurzaamheid aan de Universiteit van Leiden, en voorzitter van Wetenschappelijke Klimaatraad, is niet verrast over uitkomsten van Wat we gemeen hebben. ‘Wij hebben als Klimaatraad een vergelijkbare visie aangeboden aan de regering.’ Uiteindelijk gaat het volgens Erisman om keuzes die je op korte termijn maakt, om op lange termijn de transitie te voeden. ‘Stel daarom in je beleid de verandering centraal en pas regelgeving zo aan dat er experimenteerruimte ontstaat voor boeren die willen veranderen. Ook moet de economie rondom de landbouw veranderen.
Het verdienmodel van zaadleveranciers en banken is gebaseerd op meer produceren. Zij hebben er belang bij dat er niets verandert.
De politiek zou het voortouw kunnen nemen om te veranderen, maar doet dat niet. We gaan daarom zelf aan de slag, stelt Gerda Verburg, oud-landbouwminister en ambassadeur van Next Food Collectieve: ‘Het moet gezonder én duurzamer. Dat is soms ingewikkeld. Toch is dat beter, dan hoef je de landbouw niet twee keer te verbouwen.'
Het is van belang om de vele nu geïsoleerde initiatieven te bundelen.
'Zoek elkaar nog meer op', vervolgt Verburg. 'Dan ontstaat verandering van onderop. Boeren die willen veranderen moeten er wel op kunnen vertrouwen dat ze een eerlijke prijs krijgen en dat ze langlopende afspraken kunnen maken. Supermarkt zeggen soms na een half jaar: doe toch maar niet. Er zijn voor boeren veel teleurstellingen; ze voelen zich alleen gelaten.’
We hebben elf miljoen euro opgehaald, en veertien boeren aan in totaal zevenhonderd hectare grond kunnen helpen.’
Danielle de Nie, oprichter en directeur van Wij.land, onderzocht vanuit haar eigen praktijk in het veenweidegebied wat boeren nodig hebben om in beweging te komen. Het meest prangend is geld om het risico af te dekken voor boeren die willen veranderen. Zij vindt het daarom heel jammer dat het NPLG is afgeschaft. Bij veel initiatieven vanuit het boerenbedrijf om te veranderen is de hoge grondprijs de belemmering. De Nie: ‘Wij hebben daar het fonds Aardpeer voor opgericht. We halen geld op met obligatieleningen. Het geld is bedoeld om grond goedkoper ter beschikking te stellen aan boeren die wil extensiveren en verduurzamen in het westelijke veenweidegebied. Aardpeer heeft op die manier elf miljoen euro opgehaald, en veertien boeren aan in totaal zevenhonderd ha kunnen helpen.’
Nieuws Activiteiten Klimaatkennis Over ons Documenten Contact
Geen belangrijke updates missen? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.
Inschrijven
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.