Zon grootste groeier

Energie uit zon was de grootste groeier met een plus van ruim 40 procent. Dit kwam door een kwart meer opgesteld vermogen in combinatie met een zonnig jaar. Volgens het KNMI brak het aantal zonuren dit jaar het oude record uit 2003.

 

Onderzoeksbureau DNE-research telde dit jaar panelen op 2 miljoen huizen. Vorig jaar zomer waren dat er nog 1,5 miljoen. 1 op de 3 koopwoningen heeft nu panelen. Volgens Aedes, de koepel van woningcorporaties heeft 16 procent van de sociale huurwoningen ze op het dak.  

De bijdrage van windenergie groeide zo’n 17 procent. Dat kwam door meer molens en wat meer wind in vergelijking met vorig jaar.

Het aandeel biomassa daalt, maar nog wel zeer belangrijk

Het aandeel biomassa in hernieuwbare mix is verder gedaald. Dit jaar komt het uit op 48 procent tegen 51 procent vorig jaar. Het gaat dan om een breed palet zoals houtgebruik voor verwarming van woningen en andere gebouwen, biomassagebruik in de industrie en in warmtenetten, bijstook in kolencentrales, biogas uit bijvoorbeeld mest, energieproductie uit afvalcentrales en het bijmengen van biobrandstof bij diesel en benzine. 

De houtkachels bij particulieren (roze in de grafiek) leverden de koude periodes ongeveer evenveel energie als de bijstook in energiecentrales (bruin in grafiek)

De groei van hernieuwbare energie met 15 procent staat gelijk aan bijna 300 PJ. Dat is ongeveer het totale energieverbruik in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel samen.

Stroomproductie vergroent

De stroomproductie is dit jaar een stuk groener geworden. Nu is 41 procent hernieuwbaar. Vorig jaar was dat nog 33 procent. Zon en wind zorgden voor de meeste groene stroom.

Het Planbureau voor de Leefomgeving gaat ervan uit dat in 2030 85 procent van het Nederlandse stroomverbruik uit hernieuwbare bronnen komt.

Een jaartje van records

• Op 23 april produceerden zon en wind voor het eerst 100 procent van de benodigde stroom.
• De dag erop was het weer volle bak.
• April was een topmaand voor hernieuwbare stroomproductie. Het maandgemiddelde kwam uit op 49 procent.
• Januari was de slechtste maand met een gemiddelde van 32 procent  

Top 3 productie uit zon en wind – aandeel in de NL-stroomvraag

• 24 april                69 procent
• 23 april                68 procent
• 27 mei                 62 procent

Noot: Op 23 en 24 april was er zoveel productie uit zon en wind dat een deel van de dag en deel van de productie moest worden afgeschakeld. Energieopwek neemt dat niet mee. Het werkelijke percentage zon + wind was daardoor iets lager.

Mini Dunkelflaute: De drie slechtste dagen met zon en wind – aandeel in de NL-stroomvraag

• 25 januari                          1,7 procent
• 24 januari                          2,6 procent
• 23 januari                          2,9 procent

Opmerkelijk dat dit drie opeenvolgende dagen waren. We mogen stellen dat sprake was van een soort mini Dunkelflaute.

Kolen minder in de energiemix

Ondanks het loslaten van de 35 procent begrenzing van het kolengebruik in de kolencentrales, is het kolenverbruik in Nederlandse elektriciteitscentrales nu veel lager dan enkele jaren geleden. Het aandeel van wind en zon is daarentegen juist sterk gestegen.

LET OP: Energie en stroom verschillen

Hernieuwbare stroom is slechts een deel van de totale hernieuwbare energie. Het finale energiegebruik in Nederland bestaat uit drie onderdelen; warmte, 55 procent (vooral gebouwen en industrie), transport, 25 procent (vooral wegverkeer en vliegverkeer) en stroomverbruik, 20 procent.

Door electrificatie van de industrie, vervoer, koken en verwarmen zal het aandeel electriciteit groeien.