Het Platform organiseerde samen met de sector op 20 februari een bijeenkomst om zicht te krijgen op kansrijke verdienmodellen en de knelpunten die moeten worden overwonnen. De forse opgaves waar ondernemers in de agrarische sector voor staan, bieden ook kansen het verdienvermogen voor boeren en tuinders te versterken.
Winst op veel vlakken
Er kan veel. Diverse agrariërs lieten zien dat met verduurzaming een gezonde bedrijfsvoering mogelijk is. De uitstoot broeikasgassen en stikstofreductie daalt. Het geeft de circulaire economie een impuls. Het helpt om van het aardgas af te komen en dat het kan bijdragen tot meer plantaardige eiwitten in het dagelijks menu in plaats van vlees.
Ook groeit de publieke steun voor verduurzaming van de landbouw. Dat biedt weer kansen voor de broodnodige nieuwe samenwerking tussen boeren en partijen buiten de landbouw. Duidelijk werd dat verduurzaming misschien op de boerderij begint, maar pas slaagt als de hele keten samenwerkt en in beweging komt. Juist nu, in de aanloop naar ongekende publieke investeringen in de landbouwsector, is het van belang om deze kansen scherp in beeld te brengen.
Samenwerken in de keten
De inspiratiesessie van het Nationaal Klimaat Platform (NKP) bood een podium aan boeren en andere ondernemers om te laten zien op welke manier ze de grote opgaven van de sector kunnen vertalen in verdienmodellen met toekomst. In zeven parallelsessies zijn uiteenlopende voorbeelden gepresenteerd, variërend van de teelt van biologische bouwmaterialen en de productie van duurzame energie tot de verwaarding van reststromen en regeneratieve landbouw. In de sessies is steeds nagegaan welke inzet nodig is van overheden en ketenpartijen, zoals toeleveranciers, afnemers en financiële instellingen, om een perspectief te bieden aan boeren met toekomst. Boeren en tuinders kunnen het immers niet alleen.
Vier Rode Draden
De voorbeelden en ervaringen die tijdens de inspiratiesessie zijn gedeeld laten zien dat er veel duurzame initiatieven op lokale en regionale schaal tot ontwikkeling komen. Het kan anders, rendabel en meer duurzaam, ook al is dat vooralsnog op kleine schaal of met inzet van subsidie. Op grotere schaal komt de transitie naar een duurzame landbouw maar langzaam op gang. Er zijn nog te veel factoren die verduurzaming voor boeren niet makkelijk of zelfs riskant maken. Door de verschillende deelsessies heen werden de volgende rode draden zichtbaar.
Ten eerste:
Het brede verhaal over de transitie in het landbouwsysteem is onvoldoende helder. Door de nadruk op kostenverlaging, productieverhoging en schaalvergroting hebben veel agrarische ondernemers nu te maken met kleine, soms zelfs negatieve marges en hoge schulden. Ook al zijn er diverse toekomstvisies en kleinschalige initiatieven om hierin verandering te brengen, er is geen samenhangend verhaal dat richting geeft aan de ontwikkeling naar een duurzame landbouw, dat houvast biedt aan boeren en investeerders en dat kaders stelt aan de invloed van toeleveranciers en afnemers.
Ten tweede:
De maatschappelijke waarde van duurzame landbouw komt nog niet tot uitdrukking in de prijs. De volle waarde van de nieuwe producten en diensten die deze ondernemers leveren worden komt nog niet tot uitdrukking in de marktprijs. Bijvoorbeeld: duurzaam grondgebruik heeft een groot maatschappelijk nut, want er is minder kunstmest nodig, de stikstofhuishouding is beter en de uitstoot van broeikasgas is lager. Maar zolang deze voordelen niet ook in euro’s worden uitgedrukt, staan ze bij de boer niet op de balans om de investering terug te verdienen. Ook landbouwproducten zoals reststromen of eiwitten uit veldbonen en soja worden nog niet op hun volle waarde geschat.
Ten derde:
Het boerenbedrijf moet bij de verduurzaming nogal eens opboksen tegen onvolkomen regelgeving, onvoldoende financiering of beprijzing van het product of het duurzamere werk. Dit gaat bijvoorbeeld over het ontbreken van subsidies—hoewel de duurzame boer daarvan ook niet afhankelijk wil zijn—of het ontbreken van strengere regels voor kunstmest, die juist weer tot voordeel van duurzame landbouw zouden zijn. Maar het gaat ook nogal eens over de bijzonder gedetailleerde regels waaraan de bedrijfsvoering moet voldoen, over het gebrek aan ruimte om te experimenteren of over gebrek aan continuïteit in het beleid. “Overheid, stuur op de randvoorwaarden zoals bodem- en luchtkwaliteit, en niet op hoe je daar precies aan bijdraagt,” was een veel geuite wens.
Ten vierde:
Het gaat niet alleen om boeren en tuinders, de hele keten moet in beweging komen. De grote opgaven in de landbouwsector vragen inzet van alle schakels in de keten: van leverancier (apparatuur, zaden, etcetera) via marktpartijen (afnemers, coöperaties, retail bedrijven), banken tot en met de consument. Koplopers laten zien welke kansen zich aandienen, het is aan overheden en ketenpartners om een volwassen markt te ontwikkelen voor duurzame producten en diensten.
Hoe verder
De belangrijkste inzichten uit de zeven deelsessies worden door het Nationaal Klimaat Platform uitgewerkt tot een actieagenda op hoofdlijnen ten behoeve van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de partijen van het Landbouwakkoord. De nadruk ligt daarbij op de randvoorwaarden die nodig zijn om duurzame verdienmodellen te realiseren en op te schalen.