Wateropgave vraagt om solidariteit
“Als je het hebt over de grootste uitdagingen, dan is dat het waterbeheer in Nederland. Dat geldt ook voor ons gebied, wat heel grootschalig is,” zegt Hetty. “We zullen onze goede uitgangspositie moeten behouden. Dat betekent dat ook bewoners en ondernemers aan de lat staan. Als je het watersysteem tot ver in de toekomst in de benen wilt houden, heb je doorzettingsvermogen nodig en heel veel solidariteit. Je moet samen aan de slag blijven. En dat vind ik best wel ingewikkeld in deze huidige tijd waarin saamhorigheid niet als vanzelf tot stand komt. Collectief draagvlak is essentieel om de opgaves van nu en de nabije toekomst aan te kunnen.”
Voorleven
“Elke keer als het IPCC komt met een nieuw rapport, is het nooit minder erg,” vervolgt ze. “We moeten ons realiseren dat wat daarin staat, dat daar overeenstemming over is. Dat we onder ogen zien wat de wetenschap ons voorspiegelt. Daarom wil ik mijn steentje bijdragen. Daarom heb ik heb vijf jaar geleden de auto de deur uit gedaan. Toen heb ik ontdekt dat zo’n gedragsverandering geen sinecure is. Ik realiseerde me hoe verslaaft je eigenlijk bent aan de fossiele economie, want het gemak dat het je oplevert is heel groot.”
“Verder eet ik plantaardig. Ik probeer de mensen om mij heen niet constant te overtuigen hoor, maar ik geef het wel altijd aan want daarmee normaliseer je het. Het is gesprekstof en voer voor discussie. De hele transitie gaat vaak over verlies van autonomie en vrije keuze, zo wordt het gevoeld. Voor mij voelt dat niet zo. Met de trein naar mijn dochter in Duitsland zie ik als onthaasten.”
Versnellingsdialoog
Over haar toetreden tot de Versnellingsdialoog van het Nationaal Klimaat Platform zegt ze: “Ik geloof dat vanuit ontmoetingen versnelling kan ontstaan. We hebben een mooie groep met zeer betrokken mensen met heel verschillende achtergronden. Ik ga proberen om verbindingen te leggen naar andere transities. Neem het bedrijfsleven, dat kan zoveel versnelling brengen als we onze pijlen gelijkrichten. Op het moment dat je met elkaar deelt ‘we moeten wat’ en dat je open en nieuwsgierig bent naar elkaar, dan kan je samen de weg omhoog vinden.”
“Dus voor mij zit het in de houding,” vervolgt Hetty. “Wat ik in onze polder echt supertof vind, is de pioniersgeest: ‘kan niet, bestaat niet’. Wat dat betreft is het een feest om in deze polders te werken. Al willen we soms eerst een totaalplaatje, terwijl in de tijd dat we praten over het totaalplaatje, we al drie keer onze neus hadden kunnen stoten en één keer iets goed hadden kunnen doen. Ik denk dat de tijd van veel praten wel voorbij is.”