Concrete voorstellen maatschappelijke alliantie aan formerende partijen

03-04-2024

In navolging op het eerdere pleidooi van de maatschappelijk alliantie van partijen om komende regeerperiode continuïteit en uitvoering in het klimaatbeleid centraal te zetten, doet de alliantie nu concrete voorstellen voor de beleidsagenda voor vijf verschillende sectoren.

Met deze voorstellen beoogt de alliantie burgers, werknemers en ondernemers meer perspectief te bieden op een voorspelbare en betaalbare energierekening. Daarnaast kan Nederland met meer energie van eigen bodem de afhankelijkheid van fossiele import verminderen. En door het borgen van investeringszekerheid en leveringszekerheid ontstaan mooie kansen voor de Nederlandse economie. Dat vraagt in de komende jaren van een nieuw kabinet consistente keuzes en trefzekere sturing in de uitvoering van het klimaatbeleid. Goede verbinding met andere maatschappelijke opgaven, waaronder de grondstoffentransitie, ligt hier voor de hand. Het is verstandig steeds te beseffen dat veel landen, binnen en buiten de Europese Unie, grote kansen bieden aan bedrijven om binnen hun landsgrenzen schone energie- of industriële productie zonder uitstoot van broeikasgassen te realiseren.

 


Partijen maatschappelijke alliantie:

VNO-NCW, MKB-Nederland, MVO Nederland, LTO, NVDE, Aedes, Energie Samen, Natuur & Milieu, Greenpeace Nederland, Natuurmonumenten, FNV, CNV, TenneT, Gasunie, Netbeheer Nederland, Alliander, VNG, Voorzitters van de vijf uitvoeringstafels Klimaatakkoord, Nationaal Klimaat Platform

 

  

 


Voorstellen

In 2019 hebben we in Nederland het Klimaatakkoord afgesloten. Daarin is voor vijf sectoren een aanpak overeengekomen om aan de (inmiddels wettelijke) klimaatdoelstelling in 2030 te kunnen voldoen met een doorkijk naar 2050. Het gaat om de gebouwde omgevinglandbouw en landgebruik, mobiliteitindustrie en het bredere energiesysteem. Onderstaand per sector een aantal suggesties op hoofdlijnen.

 

 

Gebouwde omgeving

Zorg dat iedereen mee kan doen
Het Uitvoeringsoverleg Klimaatbeleid Gebouwde Omgeving (UGO) werkt aan een toekomst met een betaalbare en voorspelbare energierekening voor iedereen. Een samenhangend pakket aan maatregelen, duidelijkheid over wat kan worden verwacht en continuïteit in beleid en uitvoering is daarvoor essentieel. Zo geeft een continue, voorspelbare ondersteuning voor de uitvoering van verduurzamingsmaatregelen zekerheid en duidelijkheid aan de burger maar ook aan de markt. Zo durven bedrijven op te schalen en te investeren in innovatieve oplossingen met lagere kosten als gevolg voor consumenten. Daarnaast zal de invoering van de nieuwe ETS-2, dat in 2027 in werking treedt, een extra impuls geven voor de energietransitie in de gebouwde omgeving.

Andere hoofdpunten voor de gebouwde omgeving zijn:
  • Ga door met het ingezette en aangekondigde beleid, waaronder uitvoering van het Klimaatakkoord en het Programma Versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving;
  • Voorkom discontinuïteit door wisselend beleid of beleid dat niet aansluit op de praktische uitvoerbaarheid;
  • Geef de markt zekerheid over de toekenning van middelen vanuit het Klimaatfonds tot 2030 voor vastgesteld beleid;
  • Voortzetting van de ISDE, SDE++, WIS en ander financieel instrumentarium met voldoende budget en koppeling aan de juiste technieken is essentieel. Op dit punt is nu al een visie en concrete aanpak na 2030 vereist;
  • Bied helderheid aan burgers en bedrijven waar warmtenetten zullen worden ontwikkeld om desinvesteringen te voorkomen;
  • Bied duidelijkheid en daarmee handelingsperspectief aan consument én markt door in te zetten op gefaseerde energienormering richting (minimaal) de standaard bij de (ver)koop van woningen. Zo ook de aangekondigde normering voor nieuwe verwarmingsinstallaties vanaf 2026.

 

 

Landbouw en landgebruik

Biedt perspectief voor de langere termijn
Voor de verduurzaming van de landbouw en het landelijk gebied is een transitie nodig die robuust is en perspectief biedt op de lange termijn. Dat is een gedragen beeld. Er is behoefte aan helderheid over de route naar 2050: wat is de stip op de horizon en hoe komen we daar? Het advies aan een nieuw kabinet is om een duidelijke koers te bepalen en te zorgen dat boeren, tuinders, medeoverheden en natuurorganisaties stappen kunnen zetten. Die stappen zetten zij alleen als ze er vertrouwen in hebben dat ze een toekomstbestendige weg inslaan.

Hoofdpunten voor de landbouw en landgebruik zijn:
  • Zet bij de transitie van de landbouw en het landelijk gebied in op een integrale aanpak. Richt beleid op de toekomstige doelen voor de lange termijn en zet tegelijkertijd maatregelen in waarmee er snel beweging op gang komt;
  • Zet ketenbreed op verduurzaming in en weeg de sociaal-economische impact mee bij het maken van beleidskeuzes;
  • Geef ondernemers die willen investeren in energiebesparing en duurzame energie goede randvoorwaarden en investeringsperspectief;
  • Neem de klimaatopgave tijdig mee in de inrichting van het landelijk gebied. Neem keuzes mee in de ruimtelijke plannen die worden gemaakt voor de toekomstige ontwikkeling van Nederland. En hanteer ‘water en bodem sturend’ als uitgangspunt bij het maken van die ruimtelijke keuzes*;
  • Zorg voor flankerend beleid en stel adequate middelen beschikbaar waarmee de transitie kan worden gerealiseerd. Neem duurzaamheid mee bij financiering (true value) en laat zo ondernemers verdienen aan de volle maatschappelijke waarde van hun producten en (ecosysteem)diensten. Beleidskeuzes hebben grote impact op individuele bedrijven, zorg daarbij dat de onderlinge samenhang/samenwerking tussen sectoren en ondernemers wordt versterkt. Gebruik duidelijke duurzaamheidsstandaarden.

* De zin ‘En hanteer ‘water en bodem sturend’ als uitgangspunt … ‘ wordt niet ondersteund door de LTO.

 

 

 

Mobiliteit

Creëer handelingsperspectieven voor burgers en bedrijven waarbij duurzaam mobiliteitsgedrag loont.
Het Uitvoeringsoverleg Klimaatbeleid Mobiliteit verbindt maatschappelijke partijen onderweg naar een klimaatneutrale mobiliteitssector in 2050. In de afgelopen jaren zijn nationaal en internationaal tal van maatregelen genomen die bijdragen aan een duurzame mobiliteit. Deze maatregelen werken toe naar realisatie van de klimaatdoelstellingen in 2030 en 2050 en dragen bij aan bereikbaarheid, gezondheid, rechtvaardigheid en veiligheid.

Veel partijen hebben zich hiervoor ingespannen en blijven dat onverminderd doen. Vaak vanuit de overtuiging dat de maatregelen wellicht niet gemakkelijk zijn, maar wel noodzakelijk om de gewenste transitie te bewerkstelligen. Deze partijen hebben zich gecommitteerd aan de afgesproken doelstellingen en zij verwachten dat een nieuw Kabinet dat ook doet. De Kabinetsperiode 2023-2027 is de periode om door te pakken: maatregelen die in deze periode genomen worden, kunnen bijdragen aan de doelstellingen voor 2030. Wordt hier langer mee gewacht, dan raakt het halen van die doelstellingen serieus uit beeld en dat is iets dat we ons als samenleving niet kunnen veroorloven. Ook brede welvaartsdoelen als bereikbaarheid, gezondheid, rechtvaardigheid en veiligheid zijn gebaat bij een samenhangend pakket van maatregelen dat stuurt op verminderen, veranderen en verschonen van mobiliteit. Een brede alliantie van (maatschappelijke) partijen is op deze doelen verenigd en vraagt het nieuwe kabinet het volgende:

Lees de voorstellen voor de sector mobiliteit
  • Zorg voor betaalbare mobiliteit voor iedereen waarbij duurzaamheid loont. Investeer in fietsen en lopen als meest goedkope, gezonde en milieuvriendelijke mobiliteit. Maak het gebruik van (elektrische) deelmobiliteit en het openbaar vervoer voor mensen aantrekkelijk;
  • Onderschrijf het streven om te komen tot 100% zero-emissie nieuwverkoop van personenauto’s in 2030 en neem passende maatregelen om deze doelstelling te realiseren. Naast normeren en beprijzen, is daarbij het gericht inzetten van het stimuleringsbeleid voor nieuwe en tweedehandse elektrische personenauto’s, óók na 2025, nodig om de gewenste versnelling te bereiken. Zorg er daarbij voor dat de automobilist voor een elektrische auto niet meer motorrijtuigenbelasting (MRB) hoeft te betalen dan voor een vergelijkbare auto op benzine;
  • Ga door met het zo snel mogelijk invoeren van (een vorm van) Betalen Naar Gebruik;
  • Stel in het coalitieakkoord het beleid voor de periode 2025-2030 vast om te komen tot een versnelling van de verduurzaming van de mobiliteit en regel in het coalitieakkoord de financiële implicaties, die met de voorgestelde maatregelen gepaard gaan.
  • Bied burgers, maar zeker ook bedrijven, zoveel mogelijk zekerheid en handelingsperspectief;
  • Verlaag de CO2-footprint van verbrandingsmotoren in de weg-, scheep- en luchtvaart door ontwikkeling en toepassing van duurzame (bio-)brandstoffen, E-fuels en waterstof, totdat de verbrandingsmotor is vervangen door een emissievrij exemplaar;
  • Investeer tevens in de verduurzaming van landbouwvoertuigen en -werktuigen, zodat de agrarische sector de transitie naar fossielvrije voer- en werktuigen kan maken;
  • Concretiseer het pad naar verduurzaming van de luchtvaart in internationaal verband met concrete doelstellingen en betrek daar de Duurzame Luchtvaart Tafel (DLT) bij;
  • Betrek het bedrijfsleven bij de totstandkoming van het mobiliteitsbeleid en geef ze verantwoordelijkheid bij de uitvoering van dat beleid.

 

 

Industrie

Een sterke duurzame industrie in Nederland
Geen duurzame samenleving zonder een verduurzaamde industrie: de industrie staat aan de basis van vele producten die we dagelijks gebruiken en ook in een circulaire economie blijven maken en gebruiken. Om bedrijven in staat te stellen om groene producten te maken, moeten we als Nederland zorgen voor beschikbaarheid van energie, grondstoffen en een voorspelbaar, competitief en aantrekkelijk investeringsklimaat. Dat betekent ook consistent beleid zodat bedrijven tijdig hun investeringsbeslissing kunnen nemen. Beleid dat aansluit bij Europese recycle- en industriedoelstellingen en het Europese emissiehandelsysteem (ETS). Dit ETS bouwt de uitgifte van emissierechten af naar nul in 2040, daarom is het essentieel om Nederlandse bedrijven de randvoorwaarden te bieden om tijdig te verduurzamen. Van een nieuw regeerakkoord vraagt dit keuzes en maatregelen.

 Onderstaande punten maken dit mogelijk:
  • Het probleem van netcongestie vraagt radicaal ingrijpen omdat het de verduurzaming van de industrie verhindert. Het is belangrijk om het elektriciteitssysteem toekomstbestendig te ontwikkelen en de vergunningverlening te versnellen.
  • Werk de circulariteitsdoelen uit voor de belangrijkste sectoren en grondstoffenketens om duidelijkheid, voorspelbaarheid en investeringszekerheid aan de markt te bieden en toe te werken naar de beleidsdoelstelling van 50% circulair;
  • Met het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI) versterkt het kabinet haar inzet op de verduurzaming van de industrie voor de vijf grote industriële clusters en de verschillende bedrijven die samen het zesde cluster vormen. Geef de nieuw op te bouwen (regionale) industrie (financiële) ruimte, deze nieuwe industrie gaat helpen om producten duurzaam te maken en de grondstoffen/productieketen te sluiten. Zorg ook samen met provincies, gemeenten en waterschappen voor een ruimtelijk plan voor de verdere uitrol van duurzame energie, infrastructuur en voor de grondstoffen op – en overslag en nieuwe bedrijven die horen bij een circulaire economie;
  • Een stabiele en toekomstbestendige industrie vraagt om het ontwikkelen van nieuwe modellen, processen en producten. Daarom en om concurrerend te blijven, is het van belang dat de afzetmarkt van duurzame producten op gang wordt gebracht en er volop wordt geïnvesteerd in innovatie.
  • Zorg voor een goed arbeidsmarkt- en scholingsbeleid om dit alles mogelijk te maken.

 

 

Energiesystemen

Op weg naar een nieuw energiesysteem
Voor onze toekomstige energievoorziening gaan fossiele brandstoffen plaats maken voor CO2-vrije energie. Daarbij spelen bewezen en direct toepasbare technieken zoals wind en zon een hoofdrol bij het realiseren van het doel in 2035 om 100% CO2 vrije elektriciteit te kunnen inzetten. De elektriciteitsvraag zal ook na 2035 blijven stijgen waardoor ook andere vormen nodig zijn die nu nog in ontwikkeling zijn (het kabinet overweegt diverse opties voor additioneel CO2-vrij vermogen) of een langere voorbereidingstijd vragen (bijvoorbeeld duurzame gassen). Dit mede in het licht van de behoefte aan CO2-vrij regelbaar vermogen voor periodes dat wind en zon onvoldoende productie kunnen leveren om te voldoen aan de vraag. Deze transitie vraagt forse aanpassingen. Van geconcentreerde productie-eenheden, voornamelijk gebaseerd op aardgas, naar een gedecentraliseerde productie van energie uit wind, zon, duurzame warmte en duurzame gassen. In de afgelopen jaren is veel productiecapaciteit toegevoegd, maar verdere uitbreiding van opwekking en aanpassing naar een meer decentraal energiesysteem is nodig. 

Dit vraagt op hoofdlijnen om het volgende beleid:
  • De recent opgestelde programma’s NPE en het PEH krijgen brede steun in de samenleving, maar moeten zo snel mogelijk leiden tot concrete uitvoeringsplannen;
  • Breng het centraal en decentraal integraal energiesysteem in balans. Wet- en regelgeving die zorgt voor een gebalanceerde flexibele inzet van het systeem waardoor de huidige netcongestie niet enkel kan worden opgelost door meer elektriciteitsinfrastructuur;
  • Voor wind op zee is een ambitieus en stabiel uitroltempo, ook na 2030, essentieel.
  • Voor de warmtetransitie, met name de inzet van collectieve warmte, is een inhaalslag nodig omdat de verdere uitrol van duurzame warmte- en koude-netten een essentieel onderdeel is van de energiesysteemtransitie en een oplossing biedt voor congestie op het elektriciteitsnet;
  • Voorzieningszekerheid voor de langere termijn vraagt om meer flexibiliteit. Er zijn veel technieken beschikbaar die flexibiliteit kunnen leveren, waaronder allerlei vormen van (zowel thermische als elektrische) energieopslag. Het is urgent voor deze opties een stimuleringskader te ontwikkelen om meer flexibiliteit te ontsluiten en zo mede bij te dragen aan de oplossing van netcongestie;
  • De transitie is gebaat bij steun aan energiecoöperaties;
  • Waar elektriciteit de belangrijkste energiedrager is, spelen duurzame warmtebronnen, groen gas en groene waterstof een wezenlijk systeemrol. Dat vraagt een helder perspectief per toepassingsgebied en consistente ondersteuning van de verschillende categorieën in de SDE++.

 

 

Steunbetuigingen

75inQ, Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), Netwerk Leiden Sneller Duurzaam, TKI Urban Energy, Vattenfall

De totstandkoming van deze brief is ondersteund door het Nationaal Klimaat Platform. Steunt jouw organisatie deze voorstellen ook en wil je dat kenbaar maken? Stuur dan een mail naar info@nkp.nl en we vermelden de naam van je organisatie op deze pagina.

 

 

 

 

 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Bekijk ook

 

 

Blijf op de hoogte

Geen belangrijke updates missen? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.

Inschrijven

 

 

Cookie-instellingen