Een ‘rechtvaardig’ klimaatbeleid staat nog maar aan het begin
“De overheid heeft veel te winnen met een rechtvaardig klimaatbeleid, namelijk vertrouwen en verbinding,” zegt Zaanstad-wethouder René Tuijn. Unanieme steun krijgt hij bij het webinar over dit thema. Ideeën vliegen over tafel. Lokale overheden weten de ‘lastige burger’ al te vinden. Nu het Rijk nog.
De minipoll voorafgaand aan het webinar ‘Klimaatrechtvaardigheid: hoe doe je dat?’ is glashelder: de meeste mensen vinden het huidige klimaatbeleid in Nederland niet rechtvaardig. Het recente rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) over dit onderwerp is dan ook zeer goed geplaatst, vinden de gasten aan de tafel van voorzitter Kees Vendrik. Maar er is ook kritiek.
“Ik ben blij dat de WRR handen en voeten probeert te geven aan rechtvaardigheid in het klimaatbeleid,” verwelkomt Aniek Moonen van de Jonge Klimaatbeweging het rapport. “Alleen: het gaat mij wel om het resultaat. Het laatste klimaatrapport van het IPCC komt hard binnen. Ik zie ook wel dat veel politici de noodzaak van zien van een rechtvaardig klimaatbeleid. Maar zij zitten wel erg met de vraag: hoe pas ik dat toe? Dus dit is een goed vertrekpunt, maar we moeten dit verder uitdiepen.”
Energiearmoede
Rechtvaardigheid inbouwen in het klimaatbeleid betekent min of meer een trendbreuk. Sinds het Klimaatakkoord van 2019 is het klimaatbeleid vooral op ‘tonnenjacht’, constateert Kees Vendrik: miljoenen tonnen broeikasgassen minder uitstoot. Het Klimaatakkoord verdeelde de taken over de sectoren Industrie, elektriciteit, gebouwde omgeving, mobiliteit en landbouw. Maar daarmee was nog niet alles afgedekt, of ‘rechtvaardig’.
Het gaat ook vaak over energie-armoede: over bewoners die in hun huur- of koopwoning veel winst kunnen boeken met duurzaamheid, maar het niet kunnen betalen. Richard de Brabander, lector aan de hogeschool InHolland: “Fijn dat de WRR aandacht heeft voor deze kwetsbare groep, want die wordt vaak vergeten. Maar in de wijken is het vaak niet de economische kant, maar juist de sociale kant die er toe doet. Die powerpoints met de argumenten waarom het allemaal moet, die werken daar niet. Het gaat de mensen om de verhalen.”
De Brabander verbindt ‘rechtvaardigheid’ ook direct aan de manier waarop iedereen wordt betrokken. Ook de belangen moeten worden erkend van mensen die tot nu toe niet aan tafel zaten. “Mensen hebben het gevoel dat er onrecht rechtgetrokken moet worden. Het gaat dus ook om de vorm: wie zit aan tafel, hoe verloopt het gesprek?” Inspraak is tot nu toe vaak het antwoord, maar dat vindt De Brabander niet genoeg: “Zoals iemand uit Crooswijk eens tegen me zei: Inspraak? Ze verzinnen gewoon overal een nieuwe vergadering voor!”
Gesprek
Met zijn rapport legt de WRR een kiem die in veel gemeentes en op verschillende niveaus al is ontkiemd. Want daar vindt het gesprek al plaats. Zoals bij Hannah Wiersinga, opbouwwerker bij Bindkracht10 in Nijmegen: “Het energievraagstuk is heel sociaal en breder dan koken op inductie. Wij komen achter de voordeur en zien dat bewoners veel zorgen hebben over energie, over hoe ze rond moeten komen. Dus ze hebben er veel aan als we de stress kunnen verlichten, met verhalen die dicht bij hen staan. Dan gaat het ook over de groene wijk die ze zelf kunnen gebruiken, een picknickbankje waar mensen elkaar tegenkomen. Dus gaan we naast de aannemer zitten die het energieverbruik van de woning komt opnemen en verbeteren. Dit rapport moeten we nog vertalen naar de wijk. Het gaat over ‘meer dan steen alleen’, en dat is anders dan in de proeftuinen voor aardgasvrije wijken gebeurde.”
Wiersema pleit ook voor erkennen van de ‘meedenkers’. “Bewoners nemen ook zelf het initiatief. Als iemand vraagt om een tochtstrip, dat is ze zelf eigenaar van het probleem en is ermee bezig.” De Brabander is het daarmee roerend eens: “Doe vaker mee met bewonersinitiatieven, al die vrijwilligers! Die burgers worden nog te vaak gezien als ‘lastig’.”
Nog een paar lokale voorbeelden kwamen langs tijdens het webinar. Marieke Hoffmann van de gemeente Amsterdam: “Stadsdelen in Amsterdam trekken al vaak op met burgers. Maar dan moet je wel het eerlijke verhaal vertellen. Hoe veel heb je als bewoner nog te zeggen? Hoeveel pijn gaat het doen?” Zulke gesprekken voert René Tuijn, wethouder duurzaamheid in Zaanstad, ook regelmatig, en maken ook duidelijk wat er speelt, merkt hij: “Dan hoor je ook de opmerking: waarom doen wij dit allemaal, terwijl ze in China gewoon blijven uitstoten? Daar moet je wat mee, het is de enige manier om de boel bij elkaar te houden.” Landelijk beleid op dit vlak helpt hem: “Dan kunnen we dit soort gesprekken nog beter voeren, vertrouwen winnen bij de bewoners, partijen bij elkaar te houden.”
Amsterdam is er van doordrongen dat rechtvaardigheid en klimaatbeleid in alle dossiers waar de stad mee bezig is een rol speelt. Hofmann en haar team brengen nu die samenhang in beeld. Zo heeft de gemeente in beeld dat mensen met een minder goed gevulde portemonee vaak ook in de slechtste huizen wonen als het gaat om duurzaamheid.
Industrie en burgers
Er is meer dan alleen het verdelingsvraagstuk tussen rijke en arme Nederlanders. Rechtvaardigheid gaat ook over de verdeling tussen rijke en arme landen, of tussen huidige en toekomstige generaties. Daarover gaat dit WRR-rapport niet, constateert Aniek Moonen van de Jonge Klimaatbeweging. Wel gaat de WRR op verschillende manieren in op de taakverdeling tussen burgers en industrie; ook in de gesprekken bij gemeentes vaak een onderwerp van discussie.
Erik Klooster, directeur van de industriële branchevereniging VeMobIn (energie voor industrie en mobiliteit, dus raffinaderijen, biobrandstoffen, elektrisch laden), moet best vaak zijn leden verdedigen tegen kritiek uit de maatschappij. Toch onderschrijft hij de hoofdconclusie van de WRR. “Aan de klimaattafels van het Klimaatakkoord zat niet iedereen. De conclusie dat dat vertraging oplevert onderschrijf ik volledig. Maar er is een wereld van verschil met bijvoorbeeld 2016. Het beleid heeft wel geleid tot veel ontwikkelingen en regelgeving, waardoor er bijvoorbeeld steeds goedkopere elektrische auto’s op de markt komen. Voor ons zit de bottleneck in de uitvoering, dat gaat te traag.
Met het Porthos-project (om CO2 in lege gasvelden op te slaan. red) in Rotterdam liepen we in 2018 voorop, maar nu gaat het in het buitenland harder. Ik wil niet zielig doen, want de industrie heeft plannen, en is bezig. Over twee á drie jaar gaan we daar veel van terugzien. Maar let wel: de lastenverzwaring door klimaatbeleid is met anderhalf miljard euro groter dan de half miljard subsidies die we krijgen voor de transitie. Ook via ETS (het Europese systeem om te betalen voor CO2 uitstoot. Red.) betaalt de industrie steeds meer.”
Volgende fase
Het webinar laat zien dat het WRR-rapport een belangrijke stap voorwaarts kan zijn. “Maar de WRR kan dit niet alleen,” zegt raadslid Suzanne Hulscher. “Wij zijn nu in gesprek met allerlei partijen, zoals ministeries, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de SER, pensioenfondsen zoals ABP, het planbureau voor de Leefomgeving, andere instanties.”
“Dit rapport is nog maar een eerste stap. Vandaag hebben we het vooral gehad over hoe we de kosten kunnen verdelen voor het voorkomen van klimaatverandering. Maar we hadden het nog niet over de kosten voor aanpassen aan klimaatverandering, of voor de schade die we gaan ondervinden. In de komende jaren moeten we uitvinden hoe deze principes leiden tot de volgende stappen naar een rechtvaardiger klimaatbeleid.”
Rapport WRR: De eerste stappen
Rechtvaardigheid moet een vast onderdeel worden van klimaatbeleid, zo luidt de algemene conclusie van het WRR-rapport. “Niet achteraf, zoals nu wel gebeurt, maar vooraf, expliciet en bespreekbaar,” licht Gijsbert Werner van de WRR in zijn inleiding nog eens toe. “Veel mensen vinden ‘rechtvaardigheid’ belangrijker dan de hoeveelheid CO2 die je uit de lucht houdt. Mensen willen ook niet dat er hele groepen door het ijs zakken.”
De WRR concludeert in zijn rapport dat voorrang geven aan rechtvaardigheid misschien zelfs wel leidt tot een effectiever klimaatbeleid dan nu. “Als we rechtvaardigheid niet in rekening brengen in klimaatbeleid, dan verliezen we het momentum,” waarschuwt Suzanne Hulscher, raadslid bij de WRR en een van de auteurs van het rapport. “Hoe langer we wachten, hoe minder resultaat we boeken.”
In het rapport geeft het WRR-rapport handvatten om rechtvaardigheid in te bouwen in het klimaatbeleid. De WRR tekent tien principes op, van verdeling naar draagkracht, nut of profijt, tot aan ‘de vervuiler betaalt’. Suzanne Hulscher: “Het is niet zo dat één verdelingsprincipe op alles toepasbaar zou zijn. Elke casus van klimaatbeleid vraagt om andere verdelingsprincipes.”
WRR-rapport ‘Rechtvaardigheid in klimaatbeleid. Over de verdeling van klimaatkosten.
Het webinar kunt u in zijn geheel of per onderdeel terugkijken.
Terugkijken webinar
Terugkijken webinar deel 1
Terugkijken webinar deel 2